U gebruikt een verouderde webbrowser
Een verouderde browser kan ervoor zorgen dat gegevens op de pagina niet juist worden weergeven. Ook is het gebruik van een oude browser onveilig.
Wij raden u aan om over te stappen naar een modernere browser. Voorbeelden van moderne browsers zijn: Google Chrome, Mozilla Firefox en voor Apple, Safari.
Uw tuin van week tot week - 1 t/m 10
Week 10

Sterker licht.
Na de voorbije vorstperiode kunnen ingepakte planten weer ontdaan worden van het isoleermateriaal. Planten die in een donkere winterberging staan kunnen weer naar buiten en genieten van de frisse lucht. De nieuwe scheuten hebben licht nodig om stevig te worden. Wordt het isolatiemateriaal te laat verwijderd dan blijven de scheuten te zacht en mocht het nog vriezen dan is de schade meteen aanzienlijk. Toch nog niet het isolatiemateriaal voor goed opruimen, want tot half mei is er nog kans op nachtvorst.
Opnieuw groen:
Vaste planten en grassoorten beginnen bij hogere temperaturen weer te groeien. Wanneer men in de herfst het dode materiaal nog niet opgeruimd heeft kan dat nu gebeuren, Grassoorten knipt men een handbreed boven de grond af, zodat de nieuwe scheuten zich goed ontwikkelen kunnen. Ook zeggesoorten worden zo behandeld. Ook planten met zachte bladeren kunnen gevoelig zijn voor bedekkend materiaal. Op tijd het bedekkingsmateriaal verwijderen voorkomt dat de bladeren onder het afdekmateriaal gaan rotten. Bijvoorbeeld bij Hosta’s moeten de oude bladeren op tijd verwijderd worden.
Ook de koningin.
De rozen kunnen na de vorstperiode geknipt worden. Alle rozen in de tuin, of het nu struikrozen, stamrozen of klimrozen betreft, kunnen nu gesnoeid worden. Vele rozen lopen al uit en men kan duidelijk zien welke takken de winter niet overleefd hebben. Deze takken worden het eerst verwijderd. Bij veel rozen kan men al zien waar de uitlopers gevormd worden. De struikrozen snoeit men terug tot op drie tot vier ogen. Klimrozen snoeit men minder radicaal. Bij klimrozen wordt de vorm bekeken en men snoeit de plant zo dat ze open weer verder kan klimmen en bloemen kan maken. Rozen die al wat ouder zijn of die niet aan de verwachtingen wat bloei betreft voldoen kan men met een radicale snoei weer proberen tot activiteit te porren.
Goed verzorgen:
De planten die in de tuin staan beginnen weer te leven, maar daarvoor is energie nodig en daarvoor moet de tuinliefhebber voor zorgen, Aan de border en aan het gras moeten voedingsstoffen toegevoegd worden, zodat de bodem niet uitgeput raakt. Toch moet men dat met overleg doen. Te veel aan minerale meststoffen zorgt voor wortelverbranding en kan in het ergste geval leiden tot het sterven van planten. Het toevoegen va organische voeding zoals beendermeel, bloedmeel en guano kan niet tot wortelverbrandingen leiden. Wil men de bodemstructuur verbeteren dan kan men koemest over de border strooien. Door het verbeteren van de bodemstructuur bereikt men dat de platen makkelijker over het aanwezige voedsel kunnen beschikken. Minerale voeding werkt sneller dan organische voeding. Later in het seizoen, wanneer de planten al goed ontwikkeld zijn kan men alsnog minerale voeding geven.
Kuipplanten verpotten:
De kuipplanten komen langzaam uit de winterberging. Ze worden beoordeeld en bekeken. Maart is de tijd dat kuipplanten verpot kunnen worden. Kuipplanten blijven lang in dezelfde kuip staan, maar eens komt de tijd dat ze verpot moeten worden. De nieuwe kuip hoeft niet veel groter te zijn dan de oude kuip. Enkele centimeters extra ruimte is voldoende. De wortelkluit kan men enigszins beschadigen met een mes of met een nagel. Veel kleine worteltjes worden dan doorgesneden. Dat geeft de plant een extra prikkel. Universele potgrond is voor de meeste kuipplanten voldoende. Belangrijk is een voedzame en luchtige grond. Tegelijkertijd met het verpotten kunnen de planten bijgesnoeid worden. Na deze behandeling gaan de kuipplanten nog even terug naar de berging, maar dan wel met meer licht, zodat zich stevige scheuten kunnen ontwikkelen.
Week 9

Onverwacht:
Na een periode van extreem zacht, nat en somber weer worden we eind februari overvallen door de Grote Russische beer. Dat betekent dat we deze week een vorstperiode doormaken met zelfs overdag temperaturen onder nul, terwijl het ’s nachts matig tot streng vriest. Gedurende deze periode ligt het tuinwerk stil. Ook winterharde kuipplanten moeten ingepakt worden met noppenfolie om te voorkomen dat de wortelkluit bevriest en de planten stikken doordat er geen verdamping kan plaats vinden. Ook planten die met de pot/kuip zijn ingegraven moeten verzorgd worden. De wortelkluiten moeten afgedekt worden met bladeren of dennentakken. Een aantal kleinere planten kan men met pot/kuip uit de grond halen en op een vorstvrije plaats onderbrengen. Bij camellia’s kan dat tot gevolg hebben dat de planten enkele knoppen afstoten.

De beer is los:
De Russische beer is een fantasieterm uit de weerkunde. Men wil daarmee aangeven dat de extreme kou afkomstig is uit Siberië. Dit weer kan ons alleen maar bereiken wanneer er een hogedrukgebied boven het westelijk deel van Rusland en Scandinavië ligt. Om een hogedrukgebied stroomt de lucht met de wijzers van de klok mee en dat is in dit geval uit het koude Russische Siberië.
Sneeuw op gazon:
Een vorstperiode wordt meestal verdreven door warmere vochtige lucht en wanneer die in botsing komt met de koude lucht kan er sneeuw vallen. Sneeuw op planten en gazon is een goede isolator, maar wanneer er te veel sneeuw op de takken ligt moet men dit verwijderen. Ook voor het gazon is het een goede isolator, maar men het is raadzaam niet over het gazon te gaan lopen en wel om twee redenen. Door de druk van de voeten wordt de sneeuw samengeperst en duurt het langer voordat de ijsplak ontdooid is. Bovendien breken de bevroren grassprieten met als gevolg dat er bruine plekken ontstaan.
Pas op:
Na een warmte periode in de winter volgt meestal een koude periode. Voor het werk in de tuin is dat best wel moeilijk, want in die warmte periode wil/gaat men in de tuin aan het werk, maar de kou kan al het eerdere werk te niet doen. Verstandig is het te bedenken dat de winter eind februari nog niet voorbij is en wie in de tuin al met vorstgevoelige planten gewerkt heeft moet niet vergeten op tijd vliesdoek te kopen om de planten te beschermen.
Vliesdoek beschermt goed tegen kou en vorst. Men kan het doek om de pot/kuip heen doen, maar ook om de plant draperen zodat de struik beschermd wordt tegen uitdrogen.
Zaaien:
Diverse planten ( en ook kuipplanten) kunnen nu gezaaid worden. Diverse zaadfirma’s presenteren via hun website heel veel zaden. Voorzaaien op de vensterbank is leuk en vol verwachting afwachten wat het resultaat is maakt het nog spannend ook.

Geef ze een tweede kans:
Heel veel voorgekweekte bloembollen zijn nu uitgebloeid. In huis of in de tuinkamer heeft men ervan kunnen genieten. Maar wat nu? Weggooien in de GFT-bak of composteren? Jammer! Maar er is een andere mogelijkheid. Geef de uitgebloeide tulpen, narcissen, krokussen, hyacinten een tweede kans. Verwijder de uitgebloeide bloemen en zet ze na de bloei(april) op een koele, lichte plaats en blijf ze verzorgen. Geef regelmatig wat water en voeding, zodat de planten doorgroeien en de bollen weer reservevoedsel kunnen opslaan. Na de winter plant men de bollen in de grond op een beschutte plaats en laat men het groen afsterven. Na enige tijd kan men de planten dan rooien en in de herfst weer oppotten. Men kan de bollen ook in de grond laten zitten, zodat ze in de late herfst weer boven de grond uitkomen en in de tuin een nieuw leven gaan leiden.
Afscheid:
28 Februari, de laatste dag van een klassieke wintermaand. Volgens de voorspellingen stijgen begin maart weer de temperaturen en kan men zich verheugen op de komst van de lente.
Week 8
Sneeuwklokjes vermeerderen.
Het vermeerderen van sneeuwklokjes is geen probleem. Dat kan op enkele manieren gebeuren. De eenvoudigste manier is het in de grond drukken van bolletjes die men in de zomer bij de grondbewerking van de border tegenkomt. Wil men gerichter de sneeuwklokjes vermeerderen, dan kan dat door de bloeiende pollen uit te graven, te splitsen en weer te herplanten op een plaats die men zelf gekozen heeft. Deze manier van vermeerderen doet de plantjes geen kwaad. Na enkele dagen zijn ze hersteld en groeien ze weer vrolijk verder. Doe dit niet tijdens een vorstperiode, maar wanneer de grond weer vorstvrij is. Belangrijk voor een goede herbloei in de volgende winterperiode is dat men het loof volledig laat afsterven. Tijdens de periode van afsterven wordt weer energie opgeslagen in de bolletjes.
Heeft u ook zo’n probleem met etiketten?
In de komende maanden worden door de tuinliefhebbers weer diverse planten gekocht. In de pot steekt meestal een etiket waarop de verzorging van de gekochte plant summier beschreven staat. Echter na verloop van tijd is het etiket verdwenen of het is door de zon zo broos geworden dat het in vele stukken breekt. Het bewaren van de etiketten in een doos is geen goede optie. Het vergt veel tijd om het juiste etiket te vinden. De oplossing is eenvoudig. Geef de gekochte plant op een zelf gemaakt steeketiket met watervaste en zonbestendige inkt een nummer. Zet dat nummer ook op het etiket en bewaar het plantetiket in een verzamelhoes in een ringband. Op deze manier heeft men snel de informatie over de plant opgezocht.
Clematissen snoeien:
Op dit moment mogen clematissen die in de zomer of in de nazomer bloeien gesnoeid worden. De takken worden tot op dertig centimeter vanaf de grond afgeknipt. Van de clematissen die in het voorjaar bloeien (Clematis montana, Clematis alpina en Clematis armandii) moet men afblijven. Deze worden pas gesnoeid na de bloei.
Winterjasmijn snoeien:
Na de bloei kan men ook nog de winterjasmijn snoeien. Dat is om te voorkomen dat de plant lange scheuten maakt waarmee men niet weet wat te doen. Een niet gesnoeide Jasminum nudiflorum geeft een slordige indruk. Na de snoei kan de plant et wat voeding weer aangespoord worden tot nieuwe groei.

Ik bescherm mezelf:
In de laatste volle week van februari kan het nog vriezen en dan staan de rododendrons er maar triest bij met hun opgerolde bladeren. Toch is dat geen reden om bezorgd te zijn. Het is een natuurlijk verschijnsel. De planten hebben het koud en omdat ze zichzelf willen beschermen tegen uitdrogen rollen ze de bladeren op. Het verdampingsoppervlak wordt daardoor kleiner en vanuit de bevroren grond hoeft minder vocht aangevoerd te worden. Na de vorstperiode nemen de bladeren weer hun oorspronkelijke vorm aan.
Voorjaarsschoonmaak:
Eigenlijk zou dit werkje al in de winter hebben moeten gebeuren. Het schoonmaken van de eerder bewoonde nestkastjes is belangrijk om ziektes te voorkomen. Ook in de winter zoeken de vogels vaak bescherming in de kastjes. Indien men ze nog niet schoongemaakt heeft kan/moet dat nu nog gebeuren, want binnenkort gaan de vogels weer op zoek naar nestgelegenheid. Grondig schoonborstelen en uitvegen, zodat het huisje voor onze helpers in de tuin weer in orde is. Veel insectenetende gasten helpen ons van de schadelijke rupsen af. De mezen lusten steeds meer de rupsen van de buxusmot.
Appel- en perenbomen snoeien in februari.
In de boomgaard van mijn ouders was het in februari al een hele drukte. De appel- en perenbomen werden gesnoeid. Dat werk gebeurde wanneer het niet vroor, maar toch liep men menige keer kleumende handen op. Naarmate men vaker snoeit krijgt men meer ervaring. Voor de beginner zijn er enkele punten om aandacht aan te besteden. De eerste opdracht is de boom op een afstandje te bekijken. Zijn er takken die de vorm van de boom verstoren? Deze worden het eerst verwijderd. Staan er tegen de stam en op de takken waterloten? Ook deze worden weggehaald. Natuurlijk worden ook de dode takken en de takken die gebroken zijn verwijderd. Wanneer men dit werk aangedurfd heeft heeft men al een goed begin gemaakt met het opdoen van snoeiervaring.
Week 7
Tijd voor kamerplanten:
In februari kan het buiten nog koud zijn en dan is er in de tuin nog weinig te doen. Voor de mensen die kamerplanten hebben een mooie gelegenheid eens extra aandacht aan hen te schenken. Ook deze planten reageren op het sterkere licht en ook bij hen komt het groeiproces langzaam op gang. Die groei kan gestimuleerd worden door het geven van wat extra voeding. Een normale, vloeibare voeding voor kamerplanten kan aan alle kamerplanten gegeven worden. Orchideeën, cactussen en vetplanten vormen een uitzondering. Indien men geen extra voeding heeft kan men ook hier de normale kamerplantenvoeding geven, maar dan slechts de helft van de concentratie die men aan andere kamerplanten geeft. De kamerplanten staan in een centraal verwarmde omgeving en daarin voelen ze zich toch niet thuis. De huisvesting kan men wat aangenamer maken door de bladeren dagelijks te nevelen met lauwwarm water. Ook de bladeren van orchideeën mag men nat maken, maar niet de bloemen. Door te nevelen verdrijft men een beetje de droge lucht en bovendien verwijdert men het stof van de bladeren, waardoor deze weer beter kunnen ademen.
Lucht in de border:
In de herfst zijn veel afgestorven plantendelen verwijderd. Of dat verstandig is laat ik even in het midden. Feit is wel dat de grond, wanneer men deze in de herfst omgespit heeft, ten gevolge van eventuele vorst kruimelig is geworden. Dat kruimelig worden kan door compost, maar ook door vorst gebeuren. Wanneer men compost over de border gestrooid heeft begint een verteringsproces. Door dat verteringsproces ontstaan kleine holle ruimtes in de border en daardoor kan er zuurstof de grond binnendringen. Zo’n ruimtes ontstaan ook door vorst. Wanneer het vriest zet het water in de grond uit en na het dooien zijn er veel holle ruimtes over. Is de grond in de herfst omgespit dan kan men op een mooie februaridag de grond egaliseren.
Beleef het voorjaar, maar pas op.
Reeds eind januari zijn vele bloeiende bolgewassen te koop in tuincentra. Ze zijn, na een verblijf in een koelcel gekweekt in verwarmde ruimtes. Na afgehard te zijn worden krokussen, hyacinten, primula’s en viooltjes te koop aangeboden. Wie kan dan een aankoop weerstaan? Koop alleen kwaliteit. Voel of de bollen nog hard zijn. Mocht dat niet het geval zijn laat ze dan staan, want deze bollen hebben veel energie verspeeld. Bekijk ook of de bladeren van de primula’s en viooltjes mooi groen zijn en mochten er vele beschimmelde bladeren tussen zitten, laat ze dan staan want waarschijnlijk zijn de planten besmet met botrytis. Potten en bakken worden beplant met de vroege bloeiers, maar bedenk dat koning winter nog snel voorbij kan komen. Zorg er dan voor dat de wortelkluit niet bevriest en zet potten en bakken even binnen in een koude schuur. Ook het plaatsen tegen een muur kan al helpen, want de stenen geven de overdag opgenomen warmte ’s nachts af.

Valentijnsdag:
In deze week valt Valentijnsdag, de naamdag van priester Valentinus. Tegenwoordig staat Valentijnsdag in het teken van de al of niet verborgen verliefdheid. Veel bloemen worden op Valentijnsdag aan mensen gegeven waarmee men een bijzondere band heeft. Bloemen hebben een eigen taal en daarom zijn ze bijzonder geschikt om ze met op Valentijnsdag te geven. Voorop gaat natuurlijk de rode roos, die het symbool van de liefde is. Blauwe bloemen staan voor trouw en de vergeet me nietjes hebben datgene wat ze menen in de naam staan. Weet u dat viooltjes staan voor bescheidenheid? Welke bloemen men ook geeft, de gever probeert ermee uit te drukken: “Ik hou van jou.”
Niet bang voor kou:
Vorstgevoelige kuipplanten staan nog binnen. Winterharde kuipplanten staan buiten, maar…..als het gaat vriezen moeten ook zij beschermd worden. Een plant die helemaal geen bescherming nodig heeft en zich tijdens een koude periode in haar element voelt is de winterheide. ( Erica carnea) Zij bloeit in de maanden februari tot april en mocht er sneeuw gevallen zijn dan steken al gauw de klokjesvormige bloemen boven de sneeuw uit. Winterheide is momenteel in verschillende kleuren te koop: roze, wit, rood. Wanneer men de plant op een goede plek geplant heeft kan ze vrij oud worden en wanneer men ze direct na de bloei snoeit is men verzekerd van bloemen voor de volgende winter. Op een vrij moeilijk te bewerken helling in de tuin staan vele planten en ze vormen een prachtig tapijt.
Week 6
Het werkt nog niet!
Begin februari kunnen de temperaturen al vrij hoog zijn en verschillende planten reageren reeds op de hogere temperatuur. Misschien is deze vroege groei voor sommige tuinliefhebbers een reden om al kunstmest te strooien. Toch doet men de planten geen plezier met het nu reeds geven van voeding. Door de extra voeding gaan de planten nog sneller groeien, maar de zachte scheuten bevriezen bij matige vorst. Ervaringsfeit is de late vorst in april 2017. Toen bevroren vele jonge uitlopers.
Het geven van extra voeding in deze periode heeft weinig effect. De planten nemen nog maar weinig voeding op en bovendien is het nu strooien van kunstmest slecht voor het milieu, maar ook voor de portemonnee. Vooral minerale voeding verdwijnt snel in de bodem zonder dat de planten er iets aan hebben. Organische voeding, maar ook compost, werken langzamer en spoelen niet uit.
Looppad vrij van ijs:
Dooiweer en vorst kunnen elkaar nog afwisselen en dan is het nodig tuinpaden vrij te houden van ijs. Maar hoe?
Veel mensen strooien zout. Dat werkt even, maar de schade aan de planten en het milieu is groter dan het effect dat men wil bereiken. De planten houden niet van zout, want het onttrekt vocht aan de planten. Beter is het strooien van zand of as. As is alleen maar te gebruiken wanneer het komt van zuiver hout. Bewerkt hout bevat teveel schadelijke stoffen en die brengen weer schade toe aan de planten. Zorg voor een goede mat voor de deur, want zand en as blijven aan het schoeisel plakken.
Zon in februari:
Op een heldere dag met een azuurblauwe lucht kan de zoninstraling al schade toebrengen aan de kamerplanten die voor het raam op het zuiden staan. Gedurende een langere periode waren er donkere dagen en daar hebben de planten zich aan aangepast. Het toegenomen sterkere licht kan aan de planten schade toebrengen door verbranding. De sterkte van het licht kan nog versterkt worden door de ruit. Deze werkt als een vergrootglas en kan zo bladvlekken veroorzaken. Vlekken op bladeren en bruine punten zijn vaak het gevolg van zonnebrand.

Orchideeën verpotten:
Op de vensterbank staan vast enkele orchideeën die hun werk gedaan hebben. Ze zijn uitgebloeid en dan? Voor mensen die de planten belanden als snijbloemen verdwijnen ze in de GFT-bak, maar voor liefhebbers van planten is het een uitdaging de planten zo te behandelen dat ze weer gaan bloeien. Het belangrijkste na de bloei is dat ze verpot worden. Daarvoor hoeft men geen grotere pot te gebruiken. Na een behandeling van de wortelkluit kunnen ze in dezelfde maat pot weer opgepot worden. Dode wortels en wortels die niet meer in de pot passen moeten verwijderd worden. Gezonde dikke wortels blijven over en die gaan weer de pot in. De pot wordt opgevuld met middel grove bark. Aandacht vraagt de ruimte tussen de wortels. Ook daar moet bark terechtkomen. De wortels van vele orchideeën zijn van oorsprong hechtwortels. Met deze wortels houden ze zich in de tropische wouden vast aan de bomen waarop ze groeien. Die wortels zijn sponsachtig met een harde kern. De spons neemt zuurstof en vocht op en de kern transporteert het naar de plant. Omdat licht belangrijk is worden vele orchideeën geplant in een doorzichtige pot. Wanneer men aan de buitenkant groene groeipunten ziet heeft men te maken met een gezonde plant.
Kuipplanten controleren en de kas luchten:
Tot nu toe waren december 2017 en januari 2018 twee maanden met veel neerslag. Dat betekent dat ook de luchtvochtigheid hoog is en dat is in de kas of in het tuinhuisje ook het geval. Doordat de planten in de winterberging dicht bij elkaar staan is het risico van schimmelinfecties groot. De ramen en deuren open laten staan als het weer het toelaat helpt al, evenals het plaatsen van een ventilator. Tijdens zonnige dagen kan het in de kas al redelijk warm worden en moeten de planten wat water krijgen. Probeer dat alleen op de wortelkluit te gieten en niet op de grond, want dan wordt de luchtvochtigheid alleen maar groter.
Week 5

Snijbloemen:
Wanneer men de huiskamer in deze toch nog donkere dagen wat wil opfleuren kan dat met snijbloemen. Tulpen, hyacinten en narcissen brengen kleur in huis. Narcissen moet men echter een dag alleen in een vaas met water zetten alvorens men ze combineert met andere bloemen. De reden hiervoor is dat narcissen plakkerig slijm afscheiden. De andere bloemen houden daar niet van. Na een dag is het uitscheiden van slijm gestopt en kunnen ze met andere bloemen in een vaas gezet worden. Ze hoeven niet eerst weer ingekort te worden. Om lang plezier van de snijbloemen te hebben moet men ze op de koelste plaats in de kamer zetten.
Tuingereedschap 1:
In de herfst is er voldoende werk in de tuin en dan kan het gebeuren dat tuingereedschappen niet goed schoongemaakt zijn. Op dit moment heeft men daar nog tijd voor. Het werken met niet goed schoon gemaakt gereedschap gaat vaak moeilijk. Met een geroeste schoffel is het moeilijk onkruid te verwijderen.
`
Tuingereedschappen 2:
Binnenkort moeten weer uitgebloeide heesters gesnoeid worden. Ook daarvoor is gereedschap nodig. Snoeischaren, zagen en takkenscharen functioneren het beste wanneer het vet waarmee ze in de herfst ingevet zijn, verwijderd wordt. Dat is een werkje, dat het beste in het verwarmde huis kan gebeuren, nadat het gereedschap een nacht in de keuken heeft doorgebracht. Het vet is dan weker geworden.. Wanneer men dit werkje in de koude schuur probeert te doen merkt men hoe stug dat vet is. Wanneer men het mechaniek schoon gemaakt heeft kan men het gereedschap met wat machineolie inspuiten zodat het gereedschap soepeler werkt. soepeler
Zaaien:
In de tuincentra zijn weer volop zaden te koop. Niet alleen zaden van bloemen, maar ook zaden van groenten. Het zelf zaaien van groenten begint weer populair te worden en wie ooit zelf een moestuin gehad heeft weet dat er wat de smaak betreft een hemelsbreed verschil is. Om de groenten zover te krijgen moet men wel wat moeite doen.
Nog een tip voor mensen die houden van koolsoorten. Door regelmatig de planten op dezelfde plaats te zetten werkt men het ontstaan van knolvoet in de hand. Wissel daarom kool tot vier jaar op een andere plaats.

Langer licht:
Met Maria Lichtmis (2 februari) zijn de dagen beduidend langer. Dat is ook al duidelijk te merken in de natuur. Bij een beetje mooi weer hoort men de eerste vogels al hun hoogste lied zingen. Hun winterkleed is nog mooi en met hun gezang geven ze hun territorium aan, maar maken tevens duidelijk dat ze op zoek zijn. De drift tot voortplanting komt weer tot leven. Licht en temperatuur zijn bepalend voor het weer tot leven wekken van de natuur. In februari komt de sapstroom langzaam op gang. Vooral fruitbomen kunnen in deze maand nog gesnoeid worden zonder dat er uit de grote wonden sap verdwijnt.
Toch nog strenge vorst?
Het is nog vroeg. De winter is nog niet voorbij en soms komt er nog een strenge vorstperiode. De meeste inheemse planten zijn aan de lage temperaturen gewend, maar er is toch nog een aantal planten dat verzorgd moet worden. Op de eerste plaats de kuipplanten, maar even belangrijk om te controleren zijn de bladhoudende planten in de tuin. Zeker wanneer de grond diep bevroren raakt. Rododendron, azalea, camellia, mahoniestruik, nandina zijn groen blijvend en moeten vocht kunnen verdampen. Dat kan niet meer wanneer de grond bevroren is en dan ontstaat vaak schade door droogte. Zeker planten die op het oosten staan en te lijden hebben van de uitdrogende oostenwind raken beschadigd. Deze planten moet men water geven en afdekken met vliesdoek om uitdrogen te voorkomen.
Week 4
Kalk op gazon:
Het is nog tijd om kalk op het gazon te strooien. Door kalk wordt de pH ( zuurgraad) van de grond veranderd en de wortels van het gazon zijn dan in staat om voedsel beter op te nemen. Bovendien is kalk in staat om andere voedingsstoffen die zich in de grond bevinden aan zich te binden. Het nu strooien van andere meststoffen is geld verkwisten, want het gazon groeit weinig en door veel regen spoelen veel voedingsstoffen weg.
Tot nu toe is er nog maar weinig vorst geweest, maar loop als het gevroren heeft niet over het gazon. De stijve grassprieten breken en na ontdooien is te zien waar de voetstappen gezet zijn.

De lente lokt:
Het kan nog even wachten, maar voor degenen die in februari willen zaaien is het nu de tijd de zaden in huis te halen. Veel eenjarigen kunnen in februari gezaaid worden. Enkele ouderwetse soorten laten zich in de zomer van hun beste kant zien. Salvia, begonia, leeuwenbek, gazania, heliotroop, vlijtig liesje, agarathum en pelargonium bloeien vroeg in de zomer wanneer men ze in februari voor zaait. Later zaaien betekent dat ze pas in de tweede helft van de zomer bloeien. De zaden van deze planten vragen geen hoge kiemtemperatuur. Wanneer men de bakken plaatst op een plaats waar de temperatuur tussen de 15°C en 18°C ligt zullen ze gauw kiemen.
Lelies proberen:
Lelies kunnen goed in een pot gekweekt worden. De leliebollen plant men in een pot in universele potgrond op een diepte van 10 centimeter. Het geheel zet men op een koele, donkere plaats. De temperatuur mag dan niet boven de 15°C komen en de potgrond moet regelmatig vochtig gehouden worden. Wanneer de planten mooie gezonde uitlopers gevormd hebben moeten ze in het licht staan. Wanneer de planten in een huiskamer geplaatst worden waar het vrij warm is zijn ze gauw uitgebloeid.
Een koud begin:
Er zijn zaden die pas wakker worden als ze blootgesteld zijn aan flinke koude. Ze hebben een koude behandeling nodig om tot kiemen te komen. Pas wanneer ze vorst meegemaakt hebben beneden meer dan -2°C zullen ze kiemen. Voorbeelden zijn het zeeuws knoopje, gebroken hartje, helleborus, monnikskap dwergkwee enz. Na het zaaien zet men de bakjes in een koude kas of onverwarmd tuinhuisje. Een koude behandeling kan men de zaden ook laten ondergaan in het vriesvak van de koelkast, maar er gaat niets boven een behandeling in de vrije natuur.
Tomaten zaaien:
Liefhebbers van tomaten kunnen deze al zaaien in bakjes en in de kamer zetten. Tomaten zijn afkomstig uit Zuid- Amerika en houden van warmte. Uitzaaien kan men in een grote bak, maar ook apart in kleine bakjes. Dat is mogelijk omdat de zaden nogal groot zijn. Het apart zaaien heeft als voordeel dat men niet hoeft te verspenen en daardoor lopen ze geen groeiremming op. De zaden afdekken met een foliehoes, zodat er voldoende luchtvochtigheid is. Zeer geschikt zijn jiffy-potjes of eierdozen. Dan hoeft men de zaailingen zelfs niet uit de pot te halen en plant men ze na zes tot acht weken in grotere potjes. De potjes zullen vergaan. Pas na de IJsheiligen kunnen ze naar buiten .
Denk aan de vogels:
Vogels horen ook in de tuin. Mocht er een sneeuwlaag liggen dan zijn zij blij dat er wat voer te vinden is. Veel vogels zijn gek op de zaden van de zonnebloem. Ze nemen uit het bakje een zaadje en gaan dat elders tussen de struiken open breken met hun snavel. Het is aardig om te zien hoe behendig ze daarin zijn. De grote bonte specht hakt in de gepelde pinda’s en lijkt zich in de tuin wel thuis te voelen. Heel veel vogels zijn verzot op de opengebroken walnoten. Met hun scherpe snavel pikken ze het vruchtvlees uit de schalen. Tafelresten vormen geen gezonde voeding. Veel vogels eten er toch niet van en door het vocht buiten bedérft het snel.
Week 3
Muggen:
Tijdens een wandeling in januari werden we lastig gevallen door muggen. Waar kwamen deze beestjes vandaan?
Steeds meer muggen overleven de warme winters. Ze verblijven graag op plaatsen waar stilstaand water is. Ze hebben niet veel water nodig om zich te ontwikkelen. Wanneer de temperaturen lager worden gaan ze op zoek naar een vorstvrije overwinteringsplaats. Meestal zijn dat donkere, koele ruimtes en daar houden de volwassen dieren hun winterslaap. In het voorjaar komen ze weer tevoorschijn en gaan op jacht naar een warmbloedig wezen om er bloed te prikken.
Wisselende temperaturen.
We leven in een gematigd klimaat met zachte winters en koele zomers. In de winter kunnen de temperaturen nogal sterk wisselen. Dat is typisch voor ons klimaat. Wanneer het vriest is dat maar voor enkele dagen. Daarna volgt weer een periode met hogere temperaturen. Voor de planten in de tuin is dat niet zo’n groot probleem. Ook zij hebben zich aangepast aan ons klimaat. Sommige planten kunnen wel een beetje bescherming gebruiken en vliesdoek kan daarbij helpen. Te veel bescherming is slecht voor de planten. Ze ontwikkelen door de warmte die onder het vliesdoek ontstaat al gauw nieuwe scheuten. Bij een volgende vorstperiode is de kans op bevriezing van de jonge uitlopers groter.
In de kas:
In de herfst zijn veel kuipplanten en fuchsia’s gestekt. Nu, halverwege januari, is het toch noodzakelijk de planten te controleren. Wanneer de zon in januari schijnt stijgt de temperatuur in de kas en vindt er verdamping plaats. Dan is het noodzakelijk de jonge planten van water te voorzien. Gebruik geen koud water uit de regenton die buiten staat. Voeg aan dat water wat warmer water toe. Verwijder meteen de afgevallen en vergeelde bladeren. Is er voldoende temperatuur in de kas en is de luchtvochtigheid niet hoog, dan kunnen jonge planten getopt worden. Doe dat niet met de nagels van je vingers, maar met een scherp mes.
Vergeet niet de kuipplanten in de winterberging te controleren. Water geven kan noodzakelijk zijn als de wortelkluit droog is. De planten zijn wel in rust, maar de wortels mogen niet afsterven ten gevolge van de droogte.
Sneeuw:
Het komt maar zelden voor dat er in de winter veel sneeuw valt. Op een zondag in december 2017 viel veel sneeuw en dat kan in januari ook gebeuren. Veel planten kunnen door de sneeuwlast schade ondervinden. Takken kunnen afbreken en daarom is het noodzakelijk ze van de sneeuwlast te bevrijden. Wanneer er niet te veel sneeuw valt kan men de sneeuw op de takken en bladeren laten liggen. Sneeuw geeft dan een bescherming tegen vorst.
Sapstroom:
Op 21 januari is de feestdag van de heilige Agnes. Zij is de patrones van de tuiniers. Bij veel vroegbloeiende struiken begint de sapstroom weer op gang te komen. In de huiskamer kan men al vroeg genieten van de vroegbloeiende struiken. Takken van forsythia, sierkers, ribes, wilg, hazelaar en els kunnen in de huiskamer in bloei gebracht worden. Het meeste succes heeft men wanneer de takken buiten even een koude periode doorgemaakt hebben.
Kleur:
Half januari kan men al wat kleur in de tuin brengen door het planten van winterheide, violen en primula’s. In hangpotten of hangbakken kan men ook hangviooltjes planten. Wanneer men kiest voor Endurio-violen is men verzekerd van bloemen. Bij vorst gaan de planten helemaal plat liggen, maar wanneer de vorstperiode voorbij is bloeien ze vrolijk verder.
Week 2
Een eerste begin:
Wie vroeg mooie zomerbloeiers wil hebben zoals begonia’s, vlijtige liesjes kan deze al in januari zaaien. Dat gebeurt dan in zaai- en stekgrond en na het zaaien worden de bakjes op een warme plaats in de huiskamer gezet. In de handel zijn mooie kweekbakjes te koop, maar men kan ook zelf improviseren. Allerlei materialen zijn geschikt zoals boterkuipjes, eierdozen, halve colaflessen enz. Na het zaaien moeten de bakjes voorzien worden van een hoes, zodat de luchtvochtigheid hoog blijft. Ontstaan er condensdruppels aan de binnenkant van de hoes, dan moet men deze verwijderen. Bij een plastic hoes gaat dat gemakkelijk. Die draait men eenvoudig binnenste buiten. Wanneer men in januari zaait moet men denken aan het vervolg, want na enkele weken moeten de zaailingen verspeend worden en dan volgt de vraag: “Heb ik een plaats die voldoende ruim en warm is waar ik de zaailingen kan onderbrengen?” Is dat niet het geval, dan moet men het zaaien uitstellen tot februari/maart.
Stress voorkomen:
Het komt in ons land niet gauw voor dagen met aanhoudende matige en/of strenge vorst. Mocht dat een keer gebeuren loop dan even door de tuin en bekijk welke planten in de volle januarizon staan. Ten gevolge van de vorst is de bodem bevroren en bladhoudende planten verdampen water en daar kunnen ze door de bevroren grond niet aankomen. Om stress en dus achteruitgang te voorkomen moet men deze planten water geven. Mochten de planten in de zon staan dan zal de verdamping nog erger zijn. De planten moeten dan afgedekt worden met vliesdoek. Een voor uitdrogende lucht gevoelige plant is de Camellia. Laat de wortelkluit geen ijsklomp worden.
Gele bloemen in de winter:
In de tuin bloeit in de winter Jasminum nudiflorum. Deze winterjasmijn kan eventuele vorst verdragen en bloeit eigenlijk de gehele winter. De plant houdt van de winterzon en staat het liefst tegen een muur of tegen een schutting. Het is echter geen klimmer en moet geleid worden. In de rest van het jaar is de plant groen, maar in de winter zijn er sporadisch wat kleine bladeren en daarom zijn de heldergele bloemen in de winter goed te zien. De plant vraagt weinig verzorging. Af en toe wat koemestkorrels is voldoende. De plant vormt nogal lange uitlopers. Mochten deze hinderlijk zijn of wordt de plant te groot dan kan men snoeien. Er is echter maar een goed moment en dat is meteen na de bloei. Gebeurt dat later, dan heeft men de volgende winter geen bloemen. De knoppen worden in de zomer aangelegd.
De dagen lengen:
Vanaf Kerstmis worden de dagen al langer. Toch gebeurt dat alleen nog maar ’s avonds. ’s Morgens is het aanvankelijk nog wat later licht. Mijn moeder zei altijd: “Met Driekoningen is de lengte eine haenesjrei.” In januari neemt ook de kracht van het zonlicht toe. Daarop reageren kamerplanten en de in de winterberging staande kuipplanten. Bij gunstige temperaturen zullen de kuipplanten met hun groei beginnen, maar omdat het in de winterberging te donker is zullen ze lange, slappe, gele uitlopers vormen. Het geel worden van de uitlopers kan men voorkomen door belichting. Omdat het pas januari is kunnen de planten nog niet uit de winterberging. Laat de gele uitlopers nog even zitten en haal ze pas weg wanneer de planten verplaatst worden. Door het feit dat het slappe planten zijn met slappe cellen zijn ze gevoelig voor luizen.
Bloeiende planten in de huiskamer:
Een mooie plant die de huiskamer iets kan opfleuren is de Azalea. De plant groeit van oorsprong in de volle grond en wel aan de rand van bossen in de schaduw van bomen. Door kruisingen zijn er planten ontstaan die zelfs in de huiskamer kunne staan mits ze de juiste verzorging krijgen. Zet de plant niet boven de verwarming. De lucht is te droog. Ze moet wel op een lichte plaats staan, maar weer niet in de zon. De grond moet voedzaam zijn en goed waterdoorlatend en mag nooit uitdrogen. De wortelkluit moet vochtig blijven en daarom moet de plant regelmatig gedompeld worden in bij voorkeur regenwater. Leidingwater bevat te veel kalk en de Azalea is een zuur minnende plant. Ze doet het wel in de huiskamer, maar bij een temperatuur van 18°C doet ze het beter. Na de bloei, die zes tot acht weken duurt, kan de plant met een derde ingekort worden en op een koelere plaats gezet worden. Na de IJsheiligen kan de plant op een schaduwrijke plaats in de volle grond gezet worden. Voor de eerste nachtvorst pot men de plant weer op en zet men ze op een koele plek in huis. Aanvankelijk niet te veel water geven en pas vanaf november op een warmere plaats zetten en water geven.
Helleborus en de zwarte vlekken ziekte:
Helleborussen bloeien reeds in januari, maar steeds meer planten krijgen last van de zwartevlekkenziekte. Een schimmel veroorzaakt bruinzwarte vlekken op de bladeren. Deze vlekken beginnen aan de bladrand en verplaatsen zich steeds meer naar het midden. Om uitbreiding van de schimmel te voorkomen kan men de aangetaste bladeren verwijderen en in de vuilnisbak deponeren.
Week 1
Onder een warme deken:
Het is januari en we zitten midden in de winter. De temperaturen zijn nog niet vaak onder het vriespunt geweest, maar wat niet is kan nog komen. Tuinliefhebbers houden echter niet van vorst zonder sneeuwdek. De reden hiervoor is dat sneeuw isoleert. Onder een dikke sneeuwlaag komen veel planten beter de winter door. Matige en strenge vorst kunnen in een streek zonder sneeuw heel wat schade aanrichten. Voor tuinliefhebbers is het belangrijk de weerberichten in de gaten te houden. Niet winterharde planten moeten naar binnen of zeer goed afgedekt worden met vliesdoeken, jute zakken, noppenfolie, bladeren, stro e.d.
In de herfst geplant:
Wanneer men in de herfst bomen geplant heeft en het gaat vriezen, dan beschermt men de wortelkluit door de grond wat op te hogen en af te dekken met isolerende lagen. (zie boven) Rijpe compost kan ook gebruikt worden en deze voegt voeding toe wanneer de omstandigheden vertering toelaten. Het tweede jaar na het planten is dit niet meer nodig, want dan hebben de wortels zich goed vastgezet in de grond. Het uitstrooien van compost bevordert de vruchtbaarheid van de bodem.
Een “warme”, regenrijke januari:
“In januari veel regen, brengt de vruchten weinig zegen”. “Is januari nat, leeg blijft het vat” Dit zijn twee boerenwijsheden en daaruit valt op te maken dat de winters de laatste jaren zachter zijn geworden. Dat heeft ook gevolgen voor de tuin. Dieren die schade aan onze planten toebrengen hebben een grotere kans op overleven. Slakken bijvoorbeeld houden van die weersomstandigheden en uit heel veel gelegde eitjes zullen jonge slakken geboren worden en dat tot ergernis van de tuinliefhebber.
Nu nog maatregelen nemen:
Liefhebbers van rozen doen er goed aan de planten nog eens te inspecteren. Zijn er nog bladeren en bloemen aan de rozen, dan kan men die het beste verwijderen. Deze laatste resten kunnen nog schadelijke insecten en schimmels herbergen en wanneer de planten in het voorjaar uitlopen zien zij kans de planten te beschadigen, hetgeen meteen al stress veroorzaakt. Dit kleine beetje werk voorkomt in de zomer veel ergernis. De rozen worden in januari nog niet gesnoeid. Dat moet kort voor het uitlopen gebeuren, want dan kan men het beste zien welke scheuten goed door de winter zijn gekomen.
Wat doen we met de kerstboom?
Het makkelijkst is deze uit de huiskamer te verwijderen en aan de ophaaldiensten mee te geven. Toch kunnen de takken van de boom nog dienstbaar zijn in de tuin. De dennentakken zijn een uitstekende bescherming voor toch wel niet heel erg winterharde planten in de tuin. De afgesneden takken kan men dakpansgewijs op de wortelkluit leggen. Op deze manier zorgt men ervoor dat de vorst niet zo diep in de grond kan dringen.
Wintersnoei druiven:
Deze snoei moet gebeuren in januari. Voor de tuinliefhebber met enkele planten is de periode tussen Kerst en nieuwjaar zeer geschikt. Wanneer we in januari een week bij de Moezel doorbrengen zien we op de wijnboeren langs de hellingen klauteren en zijn ze bezig met het snoeien van de druivenstruiken. Ik ben er wel eens bij gaan staan en zag dat de zijscheuten tot op twee ogen terug geknipt werden. Deze snoei is nodig om meer opbrengst te krijgen. Bij te late snoei gaat de plant bloeden en dat kan het einde betekenen.